De Nederlandse beurswaakhond (Autoriteit Financiële Markten of afgekort AFM) heeft de regels aangescherpt als het gaat om de maximale hefboom op het moment van aanschaf van turbo’s.
Ondanks het feit dat deze wetgeving enkel van toepassing is op Nederlandse beleggers, zullen ook Belgische beleggers hierdoor impact ondervinden.
Bijna geen enkele uitgever van turbo’s, met uitzondering van Saxo, is namelijk momenteel in staat of bereid om onderscheid te maken tussen een Nederlandse belegger of een niet-Nederlandse belegger (bijvoorbeeld een Belgische belegger).
Daarom zullen, vanaf 1 oktober 2021, de volgende maximale hefbomen gaan gelden op het moment van aanschaf voor alle turbo’s met uitzondering van de Saxo turbo’s:
Onderliggende waarde (OW) |
Maximale hefboom op moment van aankoop |
Crypto |
2 |
Aandelen |
5 |
Overige indices (oftewel de indices die geen maximale hefboom van 20 hebben). Dit geldt dus ook voor de BEL20 en de AEX-index. |
10 |
- Goud - Valutaparen waarvan maar 1 of helemaal niet worden genoemd wordt in het rijtje bij hefboom 30 - Indices met maximale hefboom 20: · FTSE 100 · CAC 40 · DAX30 · DOW30 · S&P 500 · NASDAQ Composite · NASDAQ 100 · Nikkei 225 · ASX 200 · EURO STOXX 50 |
20 |
Valutaparen bestaande uit iedere onderlinge combinatie van: · USD · EUR · JPY · GBP · CAD · CHF |
30 |
Alle overige onderliggende waarden (de OW die niet in deze tabel voorkomen) |
5 |
Het doel van de AFM is het beschermen van de Nederlandse particuliere belegger, door een verbod op de mogelijkheid om te beleggen in turbo’s met een hoge hefboom. Turbo's met een volatiele onderliggende waarde hebben bij een hoge hefboom een hele hoge kans op het bereiken van de stop-loss en het bijbehorende verlies.
In praktijk betekent de nieuwe regelgeving dat wij geen turbo’s, met uitzondering van Saxo turbo’s, zullen aanbieden waarbij de maximale hefboom op het moment van aankoop overschreden wordt. De hefboom wordt real-time gemonitord, wat betekent dat een niet-Saxo turbo met een hefboom ‘op het randje’ opeens kan veranderen in een turbo die niet meer gekocht kan worden, maar alleen verkocht. Vanaf dat moment zal de uitgever, met uitzondering van Saxo, alleen nog een biedprijs afgeven en geen laatprijs.
Hoe berekent u de hefboom?
Als er geen sprake is van een ratio of een onderliggende waarde (OW) die noteert in een valuta anders dan de euro, dan is de berekeningswijze vrij eenvoudig:
Koers OW / koers van de turbo
Voorbeeld 1 (enkel in geval van een niet-Saxo turbo)
Stel aandeel ABC noteert EUR 26
Turbo long ABC EUR 21,50 met een financieringsniveau van EUR 20 en een stop-loss niveau van EUR 21,50 noteert EUR 5,99 – 6,01
Hefboom is 26 / 6,01 = 4,33
Een niet-Saxo turbo met een aandeel als onderliggende waarde heeft voortaan een maximale hefboom van 5. Deze wordt niet overschreden dus deze turbo zal dus gewoon vrij aangeboden worden.
Voorbeeld 2 (enkel in geval van een niet-Saxo turbo)
Als aandeel ABC echter EUR 24,95 noteert en dezelfde turbo (turbo long ABC 21,50) noteert EUR 4,94 – 4,96, dan zal deze niet-Saxo turbo niet meer aangekocht kunnen worden. Want rekent u even mee?
Hefboom is 24,94 / 4,96 = 5,03
U kunt deze niet-Saxo turbo niet meer kopen omdat de hefboom hoger is dan 5. Als u dergelijke turbo’s bezit, kunt u ze wel verkopen tegen de dan geldende biedprijs.
Handelen in turbo’s op de verschillende platformen
De Saxo turbo wordt verhandeld op het CATS platform en Saxo is in staat om een onderscheid te maken tussen Nederlandse en niet-Nederlandse beleggers, dus u zal onder normale omstandigheden altijd bied- en laatprijzen zien.
Voor andere uitgevers op CATS (zoals BNP en ING) geldt dat deze geen laatprijs zullen afgeven als dit zou leiden tot een te hoge hefboom, omdat ze (voorlopig) geen onderscheid kunnen maken tussen Nederlandse en niet-Nederlandse beleggers.
Voor turbo’s die op Euronext verhandeld worden, gaat het anders. Daar zijn de orders van particuliere beleggers, in tegenstelling tot CATS, wel zichtbaar (naast de quotes van de marketmakers). Vanaf het ingaan van de begrenzing op de maximale hefboom kan het voorkomen dat de marketmakers geen laatprijs meer af zullen geven, maar dat er nog wel particuliere verkooporders inliggen. Om te voorkomen dat er opeens hele rare prijzen tot stand komen wordt er gewerkt met een virtuele laatprijs die werkt met een maximale opslag waarbinnen gehandeld kan worden.
Een voorbeeld:
Als aandeel ABC EUR 24,95 noteert en de turbo noteert EUR 4,94 – 4,96, dan zal deze turbo niet aangeboden worden door de marketmaker (zie voorbeeld 2). Er ligt echter nog wel een verkooporder in van een particuliere belegger op EUR 5,10.
Nu wordt het begrip virtuele laatprijs geïntroduceerd om te bepalen of een transactie tot stand zou kunnen komen.
De volgende staffel is van toepassing:
Biedprijs |
Virtuele laatprijs |
Biedprijs < 0,10 |
Biedprijs + 0,02 |
Biedprijs 0,10 tot 0,20 |
Biedprijs + 0,04 |
Biedprijs 0,20 tot 0,75 |
Biedprijs + 0,06 |
Biedprijs 0,75 tot 1,25 |
Biedprijs + 0,08 |
Biedprijs 1,25 tot 2 |
Biedprijs + 0,10 |
Biedprijs 2 tot 5 |
Biedprijs + 0,14 |
Biedprijs 5 tot 10 |
Biedprijs + 0,30 |
Biedprijs 10 tot 50 |
Biedprijs + 1,50 |
Biedprijs 50 tot 100 |
Biedprijs + 3 |
Biedprijs 100 tot groter |
Biedprijs + 5 |
De virtuele laatprijs is EUR 5,08 (de biedprijs 4,94 + 0,14). Er kan op Euronext in dit geval dus niet gehandeld worden in de turbo Long ABC EUR 21,50 tegen een koers van EUR 5,10.
Wat betekent dit voor u?
U zult als belegger in niet-Saxo turbo’s uw strategie moeten afstemmen op de beschikbaarheid ervan. Hou hier dus rekening mee als u bijvoorbeeld gefaseerd een niet-Saxo turbo positie wilt opbouwen.