In het Belgisch Staatsblad van 25 februari 2021 werd de 'Wet houdende invoering van een jaarlijkse taks op de effectenrekeningen' gepubliceerd.
Hieronder vindt u een overzicht van deze nieuwe taks die in werking trad op 26 februari 2021.
Wat is de jaarlijkse taks op effectenrekeningen?
De jaarlijkse taks op effectenrekeningen is een belasting van 0,15% die u jaarlijks verschuldigd bent op de waarde van uw effectenportefeuille indien deze een waarde van meer dan 1.000.000 EUR heeft. In plaats van een belasting op de titularissen van een effectenrekening, wordt het een taks op de effectenrekening zelf.
Wie is onderworpen aan de taks?
De taks is van toepassing op alle effectenrekeningen, met een gemiddelde waarde van meer dan 1.000.000 EUR, aangehouden door natuurlijke personen, maar ook vennootschappen, maatschappen en onverdeeldheden.
Er wordt wel een uitzondering gemaakt voor personen die niet in België woonachtig zijn, indien zij zich kunnen beroepen op een dubbelbelastingverdrag tussen België en het land waarvan ze fiscaal inwoner zijn.
Welke effecten zullen in rekening genomen worden?
De definitie is heel ruim, het betreft namelijk alle effecten die ingeschreven zijn op een effectenrekening. Dit houdt in dat in tegenstelling tot de vorige taks op effectenrekeningen ook :
- Opties en futures
- Turbo’s
- Vastgoedcertificaten
zullen belast worden.
De liquide middelen die op een autonome Belgische subrekening zijn ingeschreven vallen op basis van de huidige wettekst en toelichting door de fiscus, buiten het toepassingsgebied van de onlangs ingevoerde Belgische jaarlijkse taks op de effectenrekeningen.
Mocht een mogelijke verdere verduidelijking door de Belgische wetgever, meer bepaald over die interpretatie van de scope van voornoemde, uiteindelijk toch nopen tot een taxering van de liquide middelen die op u rekening bij Saxo Bank worden aangehouden, behoudt Saxo Bank zich het recht voor om de taks op die middelen alsnog retroactief te innen.
Hoe wordt de taks berekend?
Enkel effectenrekeningen met een gemiddelde waarde hoger dan 1 miljoen euro zullen belast worden met de taks op effectenrekeningen.
Om de gemiddelde waarde van de rekening te bepalen werden er tijdens het jaar vier meetpunten bepaald (met uitzondering van 2021) die als referentiepunt dienden voor de berekening. De data van de referentiepunten zijn 31 december, 31 maart, 30 juni en 30 september.
Indien de gemiddelde waarde van de rekening over die data hoger is dan 1 miljoen euro, zal een taks van 0,15% verschuldigd zijn.
Hieronder verduidelijken we de berekening met een voorbeeld:
31 december 2021: 2,9 miljoen euro
31 maart 2022: 2,5 miljoen euro
30 juni 2022: 3,6 miljoen euro
30 september 2022: 3,2 miljoen euro
Gemiddelde waarde: 3,05 miljoen euro
Verschuldigde taks: 4.575 euro
Voor effectenrekeningen met een gemiddelde waarde kleiner dan 1.015.228,43 euro is de taks gemaximaliseerd tot 10% van het verschil tussen de gemiddelde waarde en 1 miljoen euro. Voor een effectenrekening met een gemiddelde waarde van 1.010.000 euro is de taks bijvoorbeeld 1.000 euro in plaats van 1.515 euro.
Wanneer zal de taks geïnd worden?
Belgische tussenpersonen, zoals Saxo Bank, hebben de verplichting zelf de taks te innen bij hun klanten en ten laatste op 20 december door te storten naar de financiële administratie. U zal van ons een bericht ontvangen indien u onder deze taks valt.
Antimisbruikbepaling
We wensen u erop te wijzen dat de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen zal ook begeleid worden door een antimisbruikbepaling die retroactief van toepassing zal zijn vanaf 30/10/2020. Met deze maatregel voorziet de regering in een gepast strijdmiddel tegen voortijdige ontwijkingspogingen van de taks op effectenrekeningen. Deze bepaling beoogt onder meer de volgende situaties:
- het splitsen van een effectenrekening waarbij effecten worden verplaatst naar één of meerdere rekeningen bij dezelfde financiële tussenpersoon of naar rekeningen bij een andere financiële tussenpersoon met het oogmerk om te vermijden dat de totale waarde van de effecten op één rekening meer bedraagt dan 1 miljoen euro;
- het openen van effectenrekeningen waarbij effecten worden gespreid tussen rekeningen bij dezelfde financiële tussenpersoon of bij een andere financiële tussenpersoon met het oogmerk om te vermijden dat de totale waarde van de effecten op één rekening meer bedraagt dan 1 miljoen euro;
- de omzetting van aandelen, obligaties en andere belastbare financiële instrumenten, op naam zodat ze niet langer meer op een effectenrekening worden aangehouden, met het oogmerk om te ontsnappen aan de taks;
- het onderbrengen van een aan de taks onderworpen effectenrekening in een buitenlandse rechtspersoon die de effecten overplaatst naar een buitenlandse effectenrekening, met het oogmerk de taks te vermijden;
- het onderbrengen van een aan de taks onderworpen effectenrekening in een fonds waarvan de deelbewijzen op naam worden geplaatst, met het oogmerk de taks te vermijden.
In bovenvermelde situaties is sprake van een weerlegbaar vermoeden van belastingontwijking tenzij de belastingplichtige het tegenbewijs kan leveren dat andere dan louter fiscale motieven aan de basis liggen van een specifieke verrichting. Enkel in dat geval is er geen sprake van fiscaal misbruik.